De personenauto moet in overeenstemming zijn met de op de voor het voertuig afgegeven kentekencard, dan wel het kentekenbewijs en in het kentekenregister omtrent het voertuig vermelde gegevens.
De personenauto moet zijn voorzien van de juiste kentekenplaten.
Het voertuigidentificatienummer moet in het chassis, frame of soortgelijke structuur zijn ingeslagen en moet goed leesbaar zijn.
De kentekenplaten moeten zijn voorzien van het in artikel 5 van het Kentekenreglement voorgeschreven goedkeuringsmerk en moeten deugdelijk aan de voor- en achterzijde van het voertuig zijn bevestigd.
Het kenteken moet goed leesbaar zijn en de kentekenplaten mogen niet zijn afgeschermd.