Werking en toestand verplichte lichten en retroreflectoren
- De verplichte lichten moeten goed werken. Indien een licht wordt gevormd door meerdere lichtbronnen mag door de defecte lichtbronnen het oorspronkelijk lichtoppervlak met niet meer dan 25% afnemen.
- De lichtarmaturen en de onderdelen daarvan moeten deugdelijk aan het voertuig zijn bevestigd. Indien er sprake is van corrosie is het bepaalde in Aanvullende permanente eisen, hoofdstuk 1, titel 2, afdelingen 1, 2 en 3, van toepassing.
- De glazen van de lichtarmaturen mogen niet zodanig zijn beschadigd, gerepareerd of bewerkt dat de lichtopbrengst en het lichtbeeld dan wel de functie nadelig worden beïnvloed. Hierbij is het bepaalde in Aanvullende permanente eisen, artikel 128, van toepassing.
- Lichten met dezelfde functie moeten nagenoeg van gelijke grootte, gelijke kleur en gelijke sterkte zijn. Lichten en retroreflecterende voorzieningen met dezelfde functie moeten nagenoeg symmetrisch links en rechts van het midden van het voertuig zijn bevestigd.
- De verplichte lichten en retroreflectoren, voor zover het lichtdoorlatend gedeelte betreft, mogen ten hoogste 25% zijn afgeschermd.
- De verplichte retroreflectoren van het voertuig mogen geen gebreken vertonen, die de retroreflectie beïnvloeden.
- Indien de personenauto is uitgerust met een inrichting waarmee de dimlichtafstelling vanaf de bestuurderszitplaats aan de beladingstoestand kan worden aangepast moet deze inrichting goed werken.